Ter introductie: Ik ben uitgever, al meer dan een halve eeuw. In 1969 heb ik de Bulkboeken gelanceerd, romans in krantenvorm waarmee veel generaties scholieren literair zijn opgegroeid. Vroeger kostte dat veel bomen (ruim twintigduizend heb ik ooit uitgerekend) en de drukinkt is erg milieuvervuilend, dus nu doe ik dat liever digitaal (zie https://bulkboek.nl/).
Mijn uitgevers-atelier, een houten huisje op wielen, stond tot voor kort in het bos bij Leusden, aan het pad dat beroemd werd door de wolven, maar het was niet wolf Bram die mij daar verjoeg, het was gewoon mijn leeftijd. Nog even en ik hoor bij de Tachtigers (en dan bedoel ik echt niet die literaire stroming van weleer).
Ik zocht daarom een plekje dichter bij mijn bakstenen huisje in hartje De Pijp, liefst binnen fietsafstand.
En zo kwam ik, nog geen jaar geleden, via het rafelrandenbeleid van de gemeente terecht op de ultieme rafel van de stad, in de allerlaatste paar meters van Amsterdam, want als ik of mijn hond hier zou wildplassen in de aangrenzende sloot moeten ze daarvoor in de gemeente Haarlemmermeer een bon uitschrijven.
Vanuit mijn nieuwe buitenpost schrijf ik deze blog, en – omdat ik al jaren korte verhalen van échte schrijvers verzamel en die ook graag met jullie deel – strooi ik er wat van de mooiste verhalen uit Nederland en de wereld doorheen.
Het eerste verhaal draag ik graag op aan mijn mede-bemanningslid van deze buitenpost, mijn hond Mudi. Dit ultrakorte verhaal is van een Nederlandse schrijver die ik zeer bewonder en mis, A.L. Snijders, de meester van het Zeer Korte Verhaal. Zijn verhaal “Teckel” lees en/of beluister je hier. (Voor het luisteren moet je dan even klikken op dat regeltje pal onder de titel, daar zie je trouwens ook meteen hoe lang het verhaal duurt).
Over Mudi (beslist géén Teckel!! dat moet ik alvast van haar toevoegen) vertel ik je wel een andere keer.