Toeval of ‘het lot’; ik kwam op deze plek terecht op precies de dag van het ‘goednieuwsgesprek’ met mijn darmspecialiste. De ‘klachten’ bleven weliswaar, zei ze, maar ik ging er niet (meteen) aan dood, dat was het goede nieuws. De eerste mensch die ik diezelfde dag op mijn nieuwe buitenpostplek ontmoette was Renée van The Brothel. En dat ook mijn ‘klachten’ intussen verdwenen zijn, heb ik voor een groot deel te danken aan Renée (en haar Arno).
Net als de meeste mensen in dit welvarende land at ik ook al jaren steeds vaker ‘kant-en-klaar’ eten uit de supermarkt. Want we hebben steeds minder tijd, en steeds meer keuze uit zakjes/pakjes/potjes. En ook ik lees nooit op het etiket wat er allemaal aan is toegevoegd. Al weet ik best dat ‘alles wat niet expliciet is verboden aan toevoegingen, dús is toegestaan, en dús wordt toegevoegd’, want al die fabrikanten en supermarkten hebben maar één doel: Veel verkopen en heel veel winst maken. (Vergelijk hun reclame naar jou toe maar eens met hun informatie naar de aandeelhouders).
Zelf kook ik graag, ben best goed in curries en beter in de Indische rijsttafel (dankzij mijn Indische oma) maar ik heb nooit zin gehad om me te verdiepen in de bestanddelen van het eten dat ik naar binnen werk. Terwijl ik donders goed weet dat alles wat ík eet – net als jíí lieve lezer -, voor een heel groot deel bepaalt wie ik ben, en hoe ik me voel.
Renée heeft geen formele studie afgerond over voeding, ze leeft gewoon mét en middenin die studie, al jaren, en zal die vermoedelijk levenslang voortzetten. Ik noem zoiets een missie.
Nou moet voeding – eerlijk gezegd – voor mij wél lekker zijn. Zo vond ik bijvoorbeeld kombucha nogal vies, toen ik eens een flesje in de bio-super kocht (ik doe af-en-toe mee aan die hippe trends, al is het maar om me niet die vastgeroeste bejaarde te voelen die ik natuurlijk wel ben). Maar toen ik hun kombucha-met-kruidnagel proefde was ik meteen verkocht. Het blijkt een soort 0% glühwein te zijn, heerlijk aan het eind van een herfstige middag.
Hun rode, gefermenteerde, zuurkool is een genot om te eten en de koud-geperste sappen waar Arno voortdurend mee experimenteert, zijn onnoemelijk veel lekkerder dan die pakken sap-met-toegevoegde-E-nummers-en-onnoemelijk-veel-zoetstof uit de supermarkt.
Tegenwoordig ontbijt ik ook graag met een groot glas warme bouillon van The Brothel, helemaal sinds ik zag hoe gigantisch veel verse groente Arno daar elke dag voor slacht. En ik keek ook eens naar de etiketten van de kant-en-klare drinkbouillons die ik tot dusver innam en die zichzelf aanprijzen als “gezond”, omdat je er niet dik van wordt, maar die dus wel extreme hoeveelheden zout bevatten en oeverloos veel E-nummers als smaakmakers. Zo bevat bevat een van de bekendste Hollandse merken groentebouillon slechts 1,5% groente! Hun tuinkruidenbouillon maakt het nog bonter met krap 1,1% kruiden naast 21% zout!!
Tenslotte: Je kunt met voedsel ook communiceren, zoiets als “zeg het met bloemen” maar dan: “Zeg het met je gerecht”! En daarover gaat het kort verhaal van vandaag dat je hier kunt lezen.