14 – Na de winterslaap

Tijdens mijn winterslaap is er niet zo gek veel gebeurd, hier op de Buitenpost. Ja, er is vergaderd en met de gemeente overlegd, maar dat doen ze sowieso altijd in een taal die ik toch niet spreek, begrijp of schrijf.

Op gure decemberdagen troostte ik mezelf door tropische groente te plukken in de wereldgroentetuintjes.

Met Oud&Nieuw moest ik Mudi geruststellen dat al dat oorlogslawaai niet betekende dat Poetin nu hier de boel ging platgooien (nog niet) maar dat dit gewoon het ‘recht’ was van gewone mensen om ook eens gewoon gehoord te worden. Mudi, namens alle gewone dieren, en alle gewone hulpverleners, vond dit gewoon populistische flauwekul.

Begin januari zagen wij trots onze kolonistenmoeder Christel op teevee (voor terugkijkers: BinnensteBuiten, NPO2, 6 januari, 19.15 uur).

In februari werd onze landgoednar Minne als eerste wakker uit de winterslaap en begon aan de opbouw van de “Vrije Ruimte” op dit Stadslandgoed. Straks ziet het er vanuit de ruimte en op Google uit als een magische mix van concentrische cirkels. Maar er komt geen zweethut want Christel wil geen blote billen in de buurt. 

En al die tijd kwam er ontzagwekkend veel water omlaag, buiten op mijn dak, en op de loods (waar o.a. the Brothel zit) zelfs dóór het dak heen naar binnen, en later ook door de vloer weer naar boven.

Binnen in de Buitenpost snorde al die tijd het kacheltje en kringelde er rook uit de schoorsteen. Wij zaten er warmpjes bij

Buiten nam de mol (wie is?) alle tijd om warm onder de grond zijn familie gezellig uit te breiden en samen het hele veld om te ploegen.

En we zagen de hazen kleumen. Tot die vroege februari ochtend waar A.L. Snijders met veel plezier over schreef. Ja je hoeft dus voor het korte verhaal van vandaag niet eens naar mijn website te klikken, je leest het gewoon hierboven. En ja natuurlijk, het is vast een van de drie haasjes die hier onder de Buitenpost geboren is ….